Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst

A

Accu: een accu, of batterij, wordt gebruikt om elektrische energie op te slaan en kan dienen als stroombron voor verschillende apparaten in een camper.

Airconditioning: een systeem dat de temperatuur, vochtigheid en luchtkwaliteit regelt om een comfortabele omgeving in de camper te creëren.

Aandrijving: het mechanisme dat de camper voortbeweegt, zoals een motor, transmissie en aandrijfassen.

Afvoer: het systeem dat wordt gebruikt om afvalwater, zoals dat van de gootsteen of douche, uit de camper af te voeren.

Alkoof: een extra slaapruimte boven de bestuurderscabine van een camper, vaak in de vorm van een verhoogde overhang.

Aluminium: een lichtgewicht metaal dat veel wordt gebruikt in de camperbouw vanwege zijn duurzaamheid en corrosiebestendigheid.

Ampèremeter: een instrument dat de elektrische stroom meet die door een circuit of apparaat in de camper loopt.

As: het onderdeel van het chassis dat de wielen van de camper ondersteunt en helpt bij het vering systeem.

Assemblage: het proces van het samenstellen van verschillende onderdelen en componenten om een compleet campervoertuig te creëren.


B

Batterij: een apparaat dat elektrische energie opslaat en levert. In campers worden batterijen vaak gebruikt om stroom te leveren wanneer er geen externe bron beschikbaar is.

Boiler: een apparaat dat water verwarmt voor warm water in de camper, zoals voor douches en de gootsteen.

Buitendouche: een douche die aan de buitenkant van de camper is gemonteerd en kan worden gebruikt om buiten te douchen.

Buitenverlichting: verlichting aan de buitenkant van de camper, zoals koplampen, achterlichten en markeringslichten.

Bank: een zit- en rustplaats in de camper, meestal voorzien van kussens en opbergruimte eronder.

Buitenkeuken: een keukenopstelling die zich aan de buitenkant van de camper bevindt en voorzien is van kookapparatuur, een gootsteen en opbergruimte.


C

Camper: een voertuig dat is uitgerust met voorzieningen om in te wonen tijdens het reizen. Het kan worden gebruikt als een mobiel huis op wielen.

Compressor: een apparaat dat lucht samendrukt en opslaat om te gebruiken voor het opblazen van banden, luchtvering of pneumatisch gereedschap in de camper.

Cabine: het gedeelte van de camper waar de bestuurder en passagiers plaatsnemen tijdens het rijden.

Camperplaats: een speciale locatie waar campers kunnen parkeren en gebruik kunnen maken van faciliteiten zoals elektriciteit, water en sanitaire voorzieningen.

Caravan: een aanhangwagen die aan een voertuig kan worden bevestigd en als mobiele accommodatie kan dienen tijdens het reizen.

Constructie: het proces van het bouwen van de camper, inclusief het samenstellen van de structuur, het installeren van systemen en het toevoegen van interieurcomponenten.

Chassis: het frame waarop de camper is gebouwd en dat de basisstructuur en ondersteuning biedt voor de carrosserie en andere componenten.

Cassete toilet: een toilet in de camper dat is voorzien van een draagbare cassette voor het opvangen en legen van afvalstoffen.

Camperverzekering: een speciale verzekering voor campers die dekking biedt voor schade, diefstal en aansprakelijkheid tijdens het gebruik ervan.


D

Diesel: een brandstoftype dat vaak wordt gebruikt in campers met een dieselmotor vanwege de efficiëntie en trekkracht.

Disselslot: een slot dat wordt gebruikt om de koppeling tussen de camper en de trekhaak van het trekkende voertuig te beveiligen.

Dakluik: een opening in het dak van de camper die kan worden geopend voor ventilatie en lichtinval.

Draaistoel: een stoel in de camper die kan worden gedraaid om de zitpositie aan te passen en te gebruiken als onderdeel van de woonruimte.

Douche: een ruimte in de camper waar men kan douchen, vaak voorzien van een douchekop, afvoer en waterdichte wanden.

Dinette: een eethoek in de camper, meestal bestaande uit een tafel en zitbanken die kunnen worden omgevormd tot een extra slaapruimte.

Dompelpomp: een waterpomp die wordt gebruikt om water uit de watertank te halen en te voorzien van druk voor de waterkranen en douches in de camper.

Dubbele vloer: een constructie waarbij er een extra ruimte tussen de vloer van de camper en de carrosserie is, vaak gebruikt voor extra isolatie en opbergruimte.


E

Elektriciteit: de stroomvoorziening in de camper, inclusief bekabeling, stopcontacten, zekeringen en schakelaars.

Energie: de bron van vermogen die wordt gebruikt om verschillende apparaten en systemen in de camper van stroom te voorzien, zoals elektriciteit, gas of zonne-energie.

Elektronica: de elektrische apparaten en systemen in de camper, zoals televisie, radio, navigatiesysteem en verlichting.

Exterieur: het uiterlijk en de buitenkant van de camper, inclusief het ontwerp, de kleuren en de externe componenten zoals ramen, luiken en bumpers.

Emmer toilet: een eenvoudige toiletvoorziening in de camper waarbij een emmer wordt gebruikt om afvalstoffen op te vangen, vaak met een draagbare toiletbril en afsluitbaar deksel.

Essentiele benodigdheden: de basisitems en voorzieningen die nodig zijn voor een comfortabel verblijf in de camper, zoals water, voedsel, beddengoed en sanitaire benodigdheden.

Eethoek: een specifieke ruimte in de camper waar men kan zitten en eten, vaak voorzien van een tafel en stoelen of een zitbank.

Egalisatieblokken: blokken of wiggen die worden gebruikt om de camper op een vlakke ondergrond te stabiliseren en het niveau aan te passen.


F

Fietsendrager: een frame of rek dat aan de achterkant van de camper wordt bevestigd om fietsen mee te nemen tijdens het reizen.

Fornuis: een kooktoestel in de camper, vaak voorzien van gasbranders of een elektrische kookplaat, om maaltijden te bereiden.

Flexibel: het vermogen om zich aan te passen en aan te passen aan verschillende situaties en behoeften, zoals de indeling en inrichting van de camper.


G

Gasfles: een container gevuld met gecomprimeerd gas, zoals propaan of butaan, dat wordt gebruikt als brandstof voor kooktoestellen, verwarming en andere apparaten in de camper.

Generator: een apparaat dat elektrische energie opwekt door middel van een motor en wordt gebruikt als een onafhankelijke stroombron voor de camper wanneer er geen externe stroom beschikbaar is.

Gordijnen: stoffen panelen die worden gebruikt om ramen in de camper te bedekken voor privacy, verduistering of bescherming tegen zonlicht.

Garage: een opberg- of bagageruimte aan de achterkant van de camper, vaak toegankelijk via een achterklep of een deur aan de zijkant.

Gasinstallatie: het systeem dat wordt gebruikt om gas naar de apparaten in de camper te leiden, zoals kooktoestellen, koelkasten en verwarmingssystemen.

Grijswatertank: een opvangtank voor afvalwater dat afkomstig is van de gootsteen, douche of wastafel in de camper.


H

Hefbed: een bed dat vanuit het plafond van de camper kan worden neergelaten en opgeborgen, waardoor extra slaapruimte ontstaat.

Huishoudaccu: een batterij die wordt gebruikt als een secundaire energiebron in de camper, vaak opgeladen via zonnepanelen of tijdens het rijden, en die stroom levert aan interne apparaten.

Heki-dakluik: een specifiek type dakluik dat kan worden geopend voor ventilatie en lichtinval, vaak voorzien van een insectenhor en verduisteringsgordijn.

Huishoudelijke apparaten: elektrische apparaten in de camper die worden gebruikt voor dagelijkse huishoudelijke taken, zoals een koelkast, oven, magnetron en koffiezetapparaat.

Hulpverwarming: een extra verwarmingssysteem in de camper, vaak op diesel of gas, dat wordt gebruikt om de camper te verwarmen wanneer de hoofdverwarming niet actief is of als aanvullende warmtebron.


I

Indeling: de configuratie en opstelling van de ruimtes, meubels en voorzieningen in de camper, zoals de slaapkamer, keuken, badkamer en woonruimte.

Inverter: een apparaat dat gelijkstroom (dc) omzet in wisselstroom (ac), waardoor apparaten die op netstroom werken kunnen worden gebruikt wanneer de camper niet is aangesloten op een externe stroombron.


J

Jerrycan: een draagbare container voor het opslaan en vervoeren van extra brandstof, water of andere vloeistoffen tijdens het reizen met de camper.

Jaloezieën: horizontale of verticale lamellen die worden gebruikt om ramen in de camper te bedekken, privacy te bieden en de lichtinval te regelen.


K

Koelkast: een apparaat dat wordt gebruikt om voedsel en dranken koel te houden in de camper, vaak voorzien van een vriesvak en verschillende compartimenten.

Keukenblok: een compacte keukenopstelling in de camper, voorzien van een gootsteen, kookplaat, opbergruimte en soms een koelkast.

Kachel: een verwarmingssysteem in de camper, vaak op gas, diesel of elektriciteit, dat wordt gebruikt om de leefruimte te verwarmen tijdens koude seizoenen.


L

Lpg: liquified petroleum gas, een brandstof die vaak wordt gebruikt in campers voor kooktoestellen, verwarmingssystemen en koelkasten.

Leefruimte: het woongedeelte van de camper, inclusief zitruimte, eethoek, keuken en slaapvertrekken.

Luifel: een uitschuifbaar doek dat aan de zijkant van de camper kan worden bevestigd om schaduw en beschutting te bieden tegen zonlicht, regen en wind.

Laadcontroller: een apparaat dat wordt gebruikt om de laadstroom van zonnepanelen naar de accu's in de camper te regelen en te optimaliseren.

Lattenbodem: een ondersteuningssysteem van houten of metalen latten dat wordt gebruikt onder een matras in de camper om comfort en ventilatie te bieden.


M

Muggengaas: een fijnmazig netmateriaal dat wordt gebruikt om ramen, deuren en ventilatieopeningen in de camper te bedekken om insecten buiten te houden.

Meubilair: de meubelstukken in de camper, zoals stoelen, tafels, bedden, kasten en opbergruimte, die zorgen voor comfort en functionaliteit.

Mastiek: een afdichtingsmiddel dat wordt gebruikt om naden, kieren en verbindingen waterdicht te maken en te beschermen tegen lekkage in de camper.

Mobiliteit: de mogelijkheid van de camper om zich gemakkelijk te verplaatsen en te reizen naar verschillende locaties, vaak met een focus op compactheid en wendbaarheid.


N

Navigatiesysteem: een elektronisch apparaat dat wordt gebruikt om routes te plannen en te navigeren tijdens het rijden met de camper, vaak voorzien van gps-functionaliteit en kaartinformatie.


O

Omvormer: een elektronisch apparaat dat gelijkstroom (dc) omzet in wisselstroom (ac), waardoor apparaten die op netstroom werken kunnen worden gebruikt wanneer de camper niet is aangesloten op een externe stroombron.

Off-grid: een term die wordt gebruikt om aan te geven dat de camper niet afhankelijk is van externe voorzieningen, zoals stroom- en wateraansluitingen, en in staat is om zelfvoorzienend te zijn met behulp van eigen energie- en waterbronnen.

Opbergruimte: ruimte in de camper, zoals kasten, lades, opbergvakken en bagageruimtes, die wordt gebruikt voor het opbergen en organiseren van persoonlijke spullen, kookgerei, kampeerspullen en andere benodigdheden.


P

Porta potti: een draagbaar toilet dat in de camper kan worden gebruikt, voorzien van een afvaltank en een spoelsysteem.

Privacy: de mate van afzondering en bescherming tegen nieuwsgierige blikken in de camper, vaak bereikt door gordijnen, jaloezieën of tinting op de ramen.


Q

Queen bed: een groot tweepersoonsbed in de camper, meestal met de afmetingen van een queensize bed, biedt ruimte en comfort voor twee personen.


R

Reservoir: een container of tank die wordt gebruikt om vloeistoffen op te slaan, zoals waterreservoirs voor drinkwater en afvalwaterreservoirs voor grijswater en zwart water in de camper.

Ramen: doorzichtige openingen in de wanden van de camper, voorzien van glas of kunststof, om licht binnen te laten, ventilatie mogelijk te maken en een uitzicht naar buiten te bieden.


S

Slaapplaats: een specifieke ruimte in de camper die is ontworpen voor slapen, zoals een vast bed, een omgebouwde dinette of een neerlaatbaar hefbed.

Sanitair: de voorzieningen in de camper met betrekking tot persoonlijke hygiëne, zoals toilet, douche, wastafel en afvalwatersysteem.

Stabilisator: een apparaat of systeem dat wordt gebruikt om de stabiliteit en het rijgedrag van de camper te verbeteren, vooral tijdens het rijden op hobbelige wegen of bij zijwind.


T

Tank: een container voor het opslaan van vloeistoffen, zoals brandstoftank voor diesel of benzine, watertank voor drinkwater en afvalwatertank voor grijswater en zwart water.

Toilet: een sanitaire voorziening in de camper voor het opvangen en afvoeren van menselijke afvalstoffen, meestal in de vorm van een draagbaar toilet, cassette-toilet of aangesloten toilet.


U

Uitzetraam: een raam in de camper dat naar buiten kan worden geopend door middel van een scharniermechanisme, waardoor ventilatie en frisse lucht naar binnen kunnen stromen.


V

Verwarming: een systeem in de camper dat wordt gebruikt om de leefruimte te verwarmen tijdens koude seizoenen, vaak op basis van gas, diesel of elektriciteit.

Ventilatie: het proces van luchtcirculatie in de camper, meestal bereikt door middel van ramen, dakluiken, ventilatoren en ventilatieroosters, om frisse lucht binnen te laten, vocht en geuren te verwijderen en de temperatuur te regelen.


W

Watertank: een tank waarin drinkwater wordt opgeslagen in de camper, vaak met een vulopening aan de buitenkant en aansluitingen voor de watervoorziening in de camper.


Z

Zonnepanelen: panelen die zonne-energie opvangen en omzetten in elektriciteit, waardoor de camper zelfvoorzienend kan zijn op het gebied van stroomvoorziening.